Wat is het toch heerlijk om op blote voeten door een drassig weiland te waden, de warmte en diepste verbinding met de aarde te kunnen waarnemen, alsmede de subtiele verschuivingen in energie.
Door mijn knieën gehurkt onderzoek ik wat zich voor mijn neus op formaat stoeptegel afspeelt. Eerst zie ik alleen het gras en de bloemen, daarna een spinnenweb met een spin. Dan zie ik een aantal naaktslakken die door de regen tevoorschijn zijn gekomen en ontdek ik op een brandnetelblad eitjes van een vlinder. Hmm … zo mooi!
Wanneer ik mij opricht valt mijn oog op paardenmest. Blij makend wordt de eerste vijg grondig onderzocht. Deze paarden grazen het beste dat de natuur te bieden heeft. De natuurlijke vezels zijn bijna omgezet tot vruchtbare compost. De oergeur van grond vervult mijn wezen. In het binnenste van de mest ontstaat al nieuw leven in de vorm van uitgelopen zaad.
Intens gelukkig wordt de verzamelde mest verwerkt tot prachtig papier!